Het was vrijdag 7 juni. Op die dag was het precies aan half jaar geleden dat mijn moeder enigszins onverwacht overleed. Het is onvoorstelbaar hoe snel de tijd gaat. En hoe snel de tijd ook gaat, er is geen dag geweest dat ik niet even aan haar denk.
Zes maanden alweer. Toen ik onlangs voor ondersteuning bij de praktijkondersteuner was, vroeg ze mij: mis je je moeder? Zo nuchter als mijn moeder vaak was, of deed voorkomen althans, antwoordde ik die vraag heel rationeel: “Natuurlijk mis ik haar!” Toen vroeg ze: “Voel je dat ook zo?”
Nuchter over de dood
Toen gebeurde er iets interessants, merkte ik achteraf pas. Voordat ik bij mijn gevoel kwam, in het gevoel zakte, pakte de nuchterheid het al over. Ik vertelde de praktijkondersteuner hoe mijn moeder altijd zei dat als de dood kwam, ze er klaar voor was. Sinds haar hartinfarct in 1999 zat ze immers in bonustijd, had ze al haar gezinsleden by far overleefd (niemand haalde de 70) en de toekomst van de wereld zag ze somber in. Ze had geleefd, ze had gelachen, ze had eruit gehaald wat zij uit haarzelf kon halen.
De aanstaande dood die haar ooit zou overkomen, was niet haar vijand. Eerder haar vriend. Aan alle fouten die ze heeft gemaakt kon ze weinig meer veranderen, ze vond haarzelf goed zoals ze was. En zo moesten mensen haar maar nemen. Zelfs mijn vader, die haar met al haar mooie eigenschappen, maar ook minder mooie eigenschappen, met veel nederigheid het hof maakte. Ze konden soms heel moeilijk met elkaar, nu blijk ook: ze kunnen niet zonder elkaar. En als de dood kwam, dan was het goed zo. En zo beantwoordde ik min of meer de vraag van de praktijkondersteuner: praktisch, nuchter.
Voel ik dat ik haar mis?
Terwijl bovenstaande alinea schrijf, deed ik exact wat mij bij de praktijkondersteuner overkwam: ik beantwoordde de vraag vanuit een bepaalde hoek, vanuit mijn ratio, terwijl ik volledig voorbij ging aan mijzelf. En voorbij ging aan mijn gevoel: Voel ik dat ik haar mis? Dat ik het antwoord daar ter plekke niet kon geven, was geen onwil. Eerder onkunde. Toen ik later in de auto reflecteerde op het gesprek kwamen de tranen. Alweer. Mijn tranen komen de laatste tijd namelijk steeds vaker, en steeds vaker ‘even tussendoor’. Juist als ik écht voel dat ik haar mis. Waarom voel ik dat dan ineens wel?
Het antwoord duurde even. En nog even. Tot ik onlangs weer een blundertje maakte. De zoveelste in een paar weken tijd. De consequenties waren dit keer niet zo bijzonder, althans niet direct voor de mensen om mij heen. Voor mij was het desalniettemin een blunder met veel impact. Een reden om niet bij mijn coach of praktijkondersteuner aan te kloppen, het werd tijd voor de huisarts. Ik ben namelijk een beetje kapot, gebroken, stuk. In elk geval niet heel.
De emmer loopt over
Uiteindelijk zei de arts niet veel anders dan wat de coach en praktijkondersteuner al concludeerden. Hij omschreef het min of meer als volgt: “Een emmer zit soms vol, wanneer je er te weinig uitschept. Als de kraan ook nog eens blijft lopen, dan loopt de emmer een keer over. Zolang het water dan blijft stromen, heeft dweilen geen zin en dus sta je altijd onder water.” Naar mij vertaald: bij jou loopt het over, omdat je vol met de stroom mee doorgaat, terwijl je nu eerst de kraan dicht moet doen, de emmer leeg moet scheppen en daarna moet gaan dweilen.
Vol met de stroom mee doorgaat… waar blijft de tijd… tranen tussendoor… Als je de puzzel legt, ontstaat er een beter beeld van wat je al die tijd niet hebt kunnen zien. En voelen. Rouw is er, verdriet is er, pijn is er. Alleen het doorvoelen van dit alles, krijgt geen ruimte en geen tijd.
Belemmerd door oude patronen
Ik had duizend dingen kunnen doen, in plaats van dit te schrijven. Die duizend dingen zijn onbewust een manier om niet stil te staan, geen tijd en ruimte te pakken, waardoor je niet naar binnen keert en dus ook niet van binnen voelt. Het is geen onwil, ik word vooral ingehaald door oude patronen: ik moet door, want ik kan anderen niet aan het lot overlaten. Mijn werk moet gedaan worden, het sportteam moet blijven kunnen sporten, mijn vader moet vooruit geholpen worden, de leuke dingen moeten georganiseerd worden.
Verantwoordelijk, verantwoordelijkheden… Een wijze ex leerde me ooit: “Je kunt je wel verantwoordelijk voelen, dat wil niet zeggen dat je verantwoordelijk bent”. Niet zolang geleden schreef ik dat als reminder op een blaadje dat ceremonieel werd verbrand tijdens een yoga-weekend. Die note to self, die vergeet ik nogal. Zoals ik de laatste tijd wel vaker dingen vergeet.
Rouw vraagt om aandacht
Rouw staat al enige tijd voor de deur en hij klopt hard aan. Steeds harder. En hoe hard hij ook klopt, het andere gaat altijd voor bij mij. Waarom? “Het moet”, zegt mijn systeem. “Stel je niet zo aan”, zegt een door mij gevoelde maatschappij met mensen die hier makkelijk overeen (lijken te) stappen. “Vraag geen hulp”, zegt mijn trots en ego. Allemaal ingegeven door de angst om te falen. Ik weet het, je hoeft het me niet te zeggen en ja, ik zeg het tegen duizend anderen in mijn eigen coaching-momenten: het is geen schande om eraan te geven, het is geen falen, hulp vragen is krachtig…
Ondertussen luistert het lichaam beter naar de signalen dan mijn hart. Het negeert mijn eigen gecreëerde systeem vol geconditioneerde patronen belemmerende overtuigen compleet. Het negeert mijn beperkende gedachte. Het lichaam weigert mee te werken aan mijn onbewuste manipulatie van het alsmaar doorgaan. Mijn lichaam neemt het mij niet in dank af dat ik mijn hart negeer. Sterker nog, de signalen worden hardnekkiger: ik maak foutjes, ik vergeet dingen, ik huil vaker. Mijn hart schreeuwt, maar ik luister(de) niet.
Het hart schreeuwt om verbinding
Inmiddels is de schreeuw van mijn hart is gehoord. Ik heb hulp gezocht van een coach, heb steun gezocht bij de praktijkondersteuner en ben na de meest recente signalen ook naar de huisarts geweest. De boodschap is helder: sluit de kraan (pak –privé– geen nieuwe initiatieven op, maak je werk voor nu niet te complex), schep de emmer leeg (zorg dat je bepaalde zaken overdraagt) en ga dweilen (ga aan de slag met je verwerking) zodat het weer opgeruimd en netjes wordt.
Mooi en duidelijk advies, dat mij als controlfreak enorm uitdaagt. Advies dat ik vanuit Expeditie Flow de mensen nota bene zelf altijd meegeef: neem je tijd, pak je rust, duik in de stilte, ga de verdieping in, luister, zie, voel en reorganiseer. Om die ruimte zelf te nemen, zijn goede afspraken nodig met de mensen om mij heen. Juist en vooral om goede afspraken te kunnen maken met mijzelf. Die ingeving kreeg ik al vrij snel toen ik een vrije dag écht een keer vrij liet van afspraken en die lekker organisch liet verlopen. Toen ik tijd en ruimte omarmde.
Dichte mist, code oranje
Die ingeving kreeg ik vanmorgen weer toen ik besloot tijd te maken om dit alles voor mijzelf op te schrijven. Om naar de juiste hulpmiddelen te grijpen, heb je namelijk ook een goed zelfreflectiemoment nodig. Zodat je je eigen behoeften goed in beeld hebt. Dat is niet zo eenvoudig, want al deze woorden die hier nu staan, zijn slechts een fractie van alle gedachten die de laatste maanden door mijn hoofd gaan. Ongetwijfeld vind je dit al veel. Als je dus kunt voorstellen hoeveel gedachten er zijn, met daarbij de rouw bovenop, dan zul je begrijpen dat ik er zelf ook geen brei meer van kan maken. Het is niet voor niets dichte mist in mijn hoofd en geen wonder dat de dokter nu code oranje signaleert.
De learnings
Ik weet, zo transparant als ik ben, dat ik door het opschrijven van dit proces, heel veel over mijzelf leer. Tegelijkertijd geeft het ook een heel menselijk inzicht in wat we mogen doorleven als dit soort grote life changing momenten, die zoveel impact hebben, op je pad verschijnt. De beste learning die ik door te erkennen dat alles wat me overkomt normaal is, dat ik het niet alleen kan, dat ik de wereld mijn heen nodig heb voor heling en daar bovenal mijzelf het meest voor nodig heb, en daar tijd voor moet maken, is er één die ik in de pocket heb.
De mooiste learning is misschien wel dat ik door het missen van mijn moeder, inzie dat ik mijzelf misschien nog wel het meeste mis. Of heb gemist. En dat door alles wat me nu overkomt, ik zie dat ik mezelf mag zien. Ik leef, dus ik besta. Nu alleen nog bestaansrecht eraan geven.
Je bent van het ene rouwproces, je scheiding, zo in het volgende rouwproces belandt.
Neem je tijd om alles een goede plek te geven en de weg naar jezelf terug te vinden ! 💖😘
Dat is absoluut waar. Ik realiseer me meer en meer dat ik erdoorheen raas. Kijk, biologisch gezien wil ik niet te lang stilstaan. Dan word je vanzelf een keer prooi en opgegeten. Je moet in beweging blijven, alleen dat wil niet zeggen dat je constant maar moet blijven rennen. Of misschien, onbewust, op de vlucht te zijn, terwijl er geen gevaar is. De balans is wat zoek.
Ik wens je veel zachtheid toe in het afpellen van dit laagje, steeds weer een stapje dichterbij jouw eigen mooie zelf 🩷
Dankjewel lieve Sarah, ander mooi mens dat je bent 🙏🏽